Als kind heb ik gebiecht. Je gaat dan naar zo’n huisje toe, waarbij in de ene helft de pastoor zit en in het andere helft jij. Op een gegeven moment ging er een luikje omhoog. En dan ging je vertellen wat je zonden waren. Dat was een heel donker verhaal en je zonden vertelde je in het donker. Daarna was je boetedoening dat je een aantal “wees gegroet Maria’s” en een aantal “onze vaders” moest bidden en dan waren je zonden je vergeven. Eigenlijk had de pastoor ook daarin een cruciale rol, want hij was degene die dit kon doen. Hij was het intermediair tussen God en zeg maar, de normale katholiek.
Je moet voor je zonden boete doen, dus je gaat het vagevuur in. Daar worden je zonden weggebrand.
Pap, mam, hoe kom ik in de hemel?
Ik herinner me nog dat in mijn puberteit aan mijn ouders de vraag gesteld heb van: Hoe kom je nou in de hemel? Mijn ouders legden me uit dat iedereen zondigt, dus niemand komt direct in de hemel, behalve Jezus. Je moet voor je zonden boete doen, dus je gaat het vagevuur in. Daar worden je zonden weggebrand, en na verloop van tijd, afhankelijk van hoe erg je zonden waren, ging je door naar de hemel. Dat is het beeld, dat ik had van de hemel als eindbestemming.
Een protestante studievriend
Toen ik jong volwassen was, dacht ik van mezelf: het zit wel goed, ben niet zo fanatiek in het geloof, ik ga niet naar de kerk meer en zo, maar ik geloof wel in Jezus. Als ik op dat moment dood zou gaan, zou ik naar mijn beleving wel in de hemel komen. Het dorp waar ik opgroeide was katholiek. Pas toen ik ging studeren, kwam ik iemand tegen uit een protestantse kerk. Door hem zag ik: hé, er is meer dan alleen wat ik ook gehoord heb in de katholieke kerk. We spraken ook over het Bijbelboek Handelingen. Ik wist dat dit boek vertelde hoe de eerste kerken waren, hoe het daar eruit zag en hoe het vorm gekregen had. Ik dacht: dat is fantastisch! Mijn studievriend vertelde mij dat er een kerk was in Hoofddorp die een aantal van die dingen in praktijk bracht. En op dat moment zei God tegen mij: “Daar moet je naar toe gaan” Dus ik ging naar die kerk toe en daar hoorde ik voor het eerst over de persoonlijke relatie die je met God kon hebben. Dat was een hele openbaring voor mij! Een persoonlijke relatie met God… kan ik echt rechtstreeks bidden met God? Hoef niet meer te biechten? Wow! In die tijd is mijn geloofsleven, in stappen alsmaar dieper gegaan. Toen heeft God me echt meegenomen, toen heb ik God leren kennen en leerde ook hoe belangrijk het is om met andere gelovigen omgang te hebben.
‘We hoeven niet opnieuw gedoopt te worden…’
Vervolgens leerde ik mijn vrouw kennen en 4 jaren later zijn we getrouwd. Later vroeg een van de oudsten of we een Bijbelkring wilde gaan leiden voor vluchtelingen. Toen gingen we bidden en vroegen God of Hij dit wilde. En toen kregen we bevestiging. Dus zijn we dat gaan doen.
Al die dingen bij elkaar werd het ons duidelijk: Je moet je bewust laten dopen. Het is tussen jou en God.
Om een of andere reden in het begin, vlak voordat we begonnen, spraken we met elkaar en toen zeiden we tegen elkaar van: “Nou, ik hoef niet gedoopt te worden, want ik ben als kind al gedoopt”. Mijn vrouw zei exact hetzelfde tegen mij. En wij dachten: het zit wel goed, want het is iets symbolisch, dus dat is al klaar.
Maar toen moesten we aan die vluchtelingen gaan uitleggen waarom ze gedoopt moesten worden. En dan ga je het Bijbelboek Romeinen lezen, maar ook andere brieven. En ook over Jezus. Jezus vroeg aan Johannes de Doper om Hem te dopen: Johannes wilde dit niet doen, want zei hij: ik ben niet waard om uw sandalen los te maken. Maar Jezus zei: nee, je moet mij dopen.
Al die dingen bij elkaar werd het ons duidelijk: Je moet je bewust laten dopen. Het is tussen jou en God. Ik werd als baby gedoopt in mijn familie. Dat was de traditie. Ik weet dat mijn ouders dat met de beste bedoelingen gedaan hebben en daar heb ik ook respect voor, maar het is niet iets wat in de Bijbel staat. In de Bijbel staat heel duidelijk dat je die bewuste keus maakt om je te laten dopen. En na een half jaar zeiden mijn vrouw en ik tegen elkaar: “Ik denk, dat ik gedoopt moet worden.” Wij wisten gewoon dat we gedoopt moesten worden, allebei. En ik zei exact hetzelfde tegen haar. Daarna werden we ook allebei gedoopt. En daarna ging God ook verder met ons aan het werk.
Handen opleggen!? Dat is iets meer iets voor de pastoor, niet voor mij. Mijn vrouw vrouw en ik hadden ook zoiets van:”Is dit echt?
Deense evangelist
Mijn vrouw vond op Youtube iemand uit Denemarken, een evangelist. Toen maakte God mij en mijn duidelijk: dit is voor jullie. Toen we verschillende video’s bekeken hadden, toen hadden we iets van: Wow, is dit echt!? Want die man zei:”Je kunt zieken de handen opleggen”. Handen opleggen!? Dat is iets meer iets voor de pastoor, niet voor mij. Mijn vrouw vrouw en ik hadden ook zoiets van:”Is dit echt? Of is dit een of andere sekte? Of zelfs iets satanisch? Dat was echt onze gedachte”.
Toen hebben we eerst onze voorganger hierover aangesproken. En wat wil: Hij kende Torben Sondergaard, want dat is de naam van de evangelist – en hij vertelde dat hij niets onbijbels had kunnen vinden in wat hij gezien had. Toen hadden we zoiets van: ”Dat was een bevestiging”. Zo zijn we in februari 2015 in de auto gestapt en zijn we een heel weekend naar Denemarken gegaan om “gekickstart” te worden, zo heet dat dan, “kickstarten”.
Kickstarten
Kickstarten houdt in dat je uitgaat, dat je onder mensen gaat en dat je over God gaat praten; dat je gaat evangeliseren. Waar je ook op kunt rekenen is dat de Heilige Geest dan ook wonderen doet. Die persoon staat er dan helemaal verbaasd… de pijn is weg! Of ik kan mijn arm weer normaal bewegen, of… ongelofelijk! Dus dat was een hele openbaring om te zien dat God door gewone gelovigen kan werken.
Ik wil mensen vertellen over God!
Mijn passie is nu om God te dienen en mensen te vertellen dat God bestaat, mensen te vertellen: God wil met jou een relatie hebben want zo zijn we gemaakt. Toen ik in mijn jeugd in de kerk kwam, dacht ik van: ik krijg een relatie met God op het moment dat ik dood ga en naar de hemel ga. Maar daarvoor niet. Ik leerde dat ik nu al, bij leven, een relatie met God kan hebben. Dat was voor mij ook heel nieuw. Dat paste ook niet in mijn beeld. Want ik leerde: ”Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt”, dus ik verwachtte niet een relatie met God te kunnen hebben, dat is wat ik later leerde. Dat maakt het fantastisch. Dus als je mij nu vraagt wat ik het liefste doe: Dat, mensen vertellen over God.